In Flink! staat het eigen ik, het uniek zijn van de deelnemer, centraal. De nadruk in deze module ligt op het eigen lichaam en de functie en werking van de verschillende lichaamsdelen en zintuigen. Om lichaamsbesef te krijgen moet je eerst je eigen lichaam leren kennen. Dat gaat stapsgewijs in de training. Aan de hand van oefeningen en thuisopdrachten staan we stil bij de werking en beleving van het lichaam en de vijf zintuigen. Deelnemers leren wat zij wel en niet prettig vinden en zij leren hun eigen grenzen van wat niet meer prettig is, herkennen en benoemen. In deze module praten we ook over de betekenis van de eigen naam en de verschillende levensfasen en persoonlijke herinneringen van de deelnemer. Zo wordt de deelnemer zich bewust van de eigen identiteit, van ‘ik ben’.
De deelnemer leert in module 1:
- de functie en werking van de verschillende lichaamsdelen en zintuigen
- zich bewust te worden van de eigen identiteit en het ‘uniek zijn’
- verschillende lichamelijke gewaarwordingen onderscheiden en benoemen
- de eigen grenzen herkennen en benoemen
- dat je (lichamelijke) invloed kunt hebben
- hoe het is als je gewaardeerd wordt.